Baudelaire, correspondentie, aan Alphonse Baudelaire. Parijs, 8 augustus 1840.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN ALPHONSE BAUDELAIRE  1
Parijs, 8 augustus 1840.

19 jaar oud

 

Beste broer,

    Mijn vader heeft me geantwoord dat generaal Pajol niets aan die affaire kon doen van die jongen waar je me over sprak. En dat hij zich nooit met dat soort zaken bemoeide.
Hij zei dat als die jongen niet geschikt is voor dienst, dan kan niemand hem daar in krijgen.
Alleen, het schijnt dat de dokter in Fontainebleau die hij had bezocht zo’n vage en slecht geschreven brief naar Parijs had gestuurd dat die al genoeg was om hem uit te sluiten.
Mijn vader heeft ervoor gezorgd dat men hem weer naar Parijs heeft laten komen en dat hij weer opnieuw gekeurd is.
Als hij geschikt wordt bevonden voor dienst, dan zal hij ongetwijfeld aangenomen worden.

Duizend groeten aan mijn schoonzus, en duizend kussen voor mijn neefje.

C. Baudelaire.

1  Alphonse Baudelaire, de halfbroer van Charles, was een zoon uit een eerder huwelijk van zijn vader.

  Inhoudsopgave     Volgende brief