Baudelaire aan Madame Aupick. Parijs 14 oktober 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs ongeveer 14 oktober 1859.

 

    Brief is gevonden. Hij was naar La Revue française gegaan.

    Die brief is heel wreed. Hoe heb je kunnen denken dat ik verstandige plannen in de steek laat, dat ik niet terug wil naar je en andere waanzin?
Inderdaad, ik geef veel geld uit, en al dat gedoe met die banken, die wissels, dat disconteren, is heel vermoeiend. Het is een echte woekerrente.
Maar dat alles kan een einde hebben, en een schitterend einde.
Ik denk echt dat ik aan het einde van deze maand definitief goed (of slecht) nieuws heb.
Als het goed nieuws is, dan wordt het stuk in het voorjaar gespeeld.

    Je denkt altijd dat ik ondankbaar ben, absurd!
En je vergeet dat ik eerst heel lang lui en libertijns was, en dat ik nu verplicht ben om (wat erg pijnlijk komisch is) de rol van vader en voogd te spelen. Het gaat niet alleen om uitgaven, maar ook om te denken voor een verzwakte geest.

    Ik wilde je een thee (minstens een pond) opsturen, waarvan ik hoorde dat die fameus is, maar dat is voor een andere keer.

    Ik ga 30 oktober of 15 november weer terug bij La Revue contemporaine.

    Ik maak een vierde extra deel van Poe (Eureka, filosofisch boek).

    De kleine brochure Gautier verschijnt met de brief van Hugo, en dat alles heel aardig gedrukt, denk ik.

    Ik heb op de rug van de kaft een aankondiging gezet van een aantal werken van mij, die al heel ver zijn, bijna af.
Er zijn er zelfs die bijna af zijn.

    In de diverse delen (die ik daarentegen gekozen heb omdat ik denk dat jij die wel leuk zal vinden) vind je leesvoer.
Ik ben verbaasd over wat je zei over La Légende des siècles.
Het is mogelijk dat dit vers dat zo vaak in stukjes gehakt, gebroken is, zowel episch als lyrisch, je vermoeid maakt.
Maar Hugo is nooit eerder zo pittoresk noch zo verbazend geweest als in het begin van Ratbert (Le concile d’Ancône), Zim-Zizimi, Le Mariage de Roland, La Rose de l’Infante.
Daar zitten schitterende talenten in die alleen hij bezit.

    Ik zal proberen om een exemplaar van de brochure voor je te krijgen op goed papier; maar ik denk dat het je niet zo kan schelen.

    Ondanks al mijn gewoonlijke warboel is het me gelukt om mijn hoteluitgaven regelmatig te betalen, om een plotseling probleem te voorkomen op het moment van vertrek.
Dat is buitengewoon, nietwaar?

Ik omhels je teder.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief