Correspondentie Baudelaire, aan Maxime Du Camp. Parijs. Dinsdag 18 maart 1856.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MAXIME DU CAMP
Parijs. Dinsdag 18 maart 1856.

 

Beste Du Camp,

    Ik ben blij dat ik niet een oplage van eersteklas exemplaren heb laten drukken.
Deze uitgave is verkeerd en bevalt me niet. Het zal dus voor een ander zijn. Geef dit tweede exemplaar maar aan wie u wilt.
Maar ik zou liever hebben dat u (mocht het zo zijn dat u wel eens dergelijke taken uitvoert) me de eer bewijst door zelf mij af te rossen.
Dan zou ik tenminste zeker zijn dat ik afgerost werd door een vriendenhand, want ik denk dat er voor u wel noodzaak zou zijn voor een afrossing.

    Ik hoorde dat u een geweldige Nouvelle had geschreven.
Als de heren Ulbach en Pichat niets hebben gekregen deze dagen, dan zal ik hen wat exemplaren toesturen.

Aan het eind van de maand krijgt u wat poëzie van Poe, waarmee een of twee vellen gemaakt kunnen worden.

Geheel de uwe.

CH. BAUDELAIRE.

  Inhoudsopgave     Volgende brief