Correspondentie Baudelaire, aan Malassis. Parijs, 22 april 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, ongeveer 22 april 1857.

 

    Ik heb zojuist iets vreselijks ontdekt.
Als we twee pagina’s tellen per sonnet, met zes strofen van vier verzen per pagina, vijf strofen van vijf verzen, zeven of acht strofen van drie verzen, tien of twaalf strofen van twee verzen, met telkens twee strofen onder de titel, en twee pagina’s voor de algemene titels, dan komen we net op 240 pagina’s. Tien vellen.
De inhoudsopgave die er apart bijkomt is maximum 5 pagina’s. 245. Armzalig, heel armzalig.
En er is geen oplossing voor. Want ik ben niet bezig om nieuwe verzen te gaan maken, en de sonnetten over de DOOD vormen een hele goede afsluiting.
Het zou goed zijn als die laatste drie vellen de 10e klaar zijn.
We zouden dan vijf dagen hebben voor de Inhoudsopgave, de omslag en het brocheren.
Als ik nog een stuk bij Les Fleurs du Mal zou voegen, dan zouden er twee op het laatste vel gedrukt worden of op het laatste carton, en die zouden dan gedrukt worden met de Inhoudsopgave.
Over een uur doe ik de inhoud van uw achtste vel op de post voor u.

U bent hardnekkig met uw “pluviôse”.
In Banville staat Beaumes voor Baumes. Ik kan hem niet meer vinden, maar ik weet het zeker.

  Inhoudsopgave     Volgende brief