Correspondentie Baudelaire, aan Malassis. Parijs, dinsdag 17 maart 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, dinsdag 17 maart 1857.

 

Beste vriend,

    Ik heb zojuist het eerste vel op de post gedaan met de goedkeuring tot drukken, naast de aanpassing van de opdracht, maar een plotseling opkomend idee brengt me er toe om u het volgende te schrijven:

    Moet een opdracht niet aan alles voorafgaan, zelfs voor de titel?
  Ik herinner me, geloof ik, dat ik een verkorte titel heb gezien na de opdracht. U begrijpt dat al die kleine details aan u worden overgelaten.

    Ik hoopte vandaag de tijd te vinden om u een lange brief te schrijven, die heb ik niet gevonden, en toch heb ik voor het eerst mijn feuilleton vandaag verpest.

    D’Aurevilly maakt een groot artikel (dat vandaag zou verschijnen) over les ODES.
Dat zal uiteraard een vreemd artikel worden, want hij zei me dat hij u had overstelpt met de mooiste vleierijen, en tegelijkertijd weet ik dat het boek hem wanhopig maakte, tot Woede toe.

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief