Correspondentie Baudelaire, aan Malassis. Parijs, dinsdag 10 februari 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, dinsdag 10 februari 1857.

 

Waarde vriend,

     Ik vraag u excuses voor het feit dat ik u vandaag weer benader voor de kwestie van de acht. U zult zeggen dat de wrede voorspellingen van de wrede Asselineau al uitkomen.
– Ik heb net wat achten bekeken in twee of drie kranten.
Het is wel klein, vooral voor één boek, - driehonderd pagina’s in acht.
Het kan goed zijn dat uw negen u niet bevalt.
Het is ook mogelijk dat uw acht een aparte acht is, een acht met een groot oog.
Zou u mij een specimen van een aantal verzen kunnen sturen,  zes of acht verzen, opgemaakt in acht en in negen?
– Ik zweer u dat ik niet meer lastig val.

Geheel de uwe.

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief