Correspondentie Baudelaire, aan Malassis. Parijs, 4 december 1856.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, donderdag 4 december 1856.

 

Beste vriend,

     Ik vraag u om vergeving voor het schrijven van een brief die u waarschijnlijk als nutteloos zult beschouwen. Ik richt me met al mijn krachten tot u. Een brief van Corbeil, met die blauwe postzegel, deed me vanochtend opspringen, alsof die uit Alençon kwam.
Ik ben momenteel op zijn allerslechtst met Michel. Zodoende oordeelt u zelf als ik van u verwacht

[Hier is de brief afgescheurd]

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, dinsdag 9 december 1856.

Mijn beste vriend,

Uw brief was oordeelkundig en heel verstandig. In werkelijkheid zijn het bijna dezelfde voorwaarden als die van Michel,vóór zijn delen van één frank en in oplage van zesduizend exemplaren.
Maar bij u zal ik eerlijk en elegant produceren.

Ik kan u nu wel bekennen hoeveel plezier uw brief me heeft gedaan. Neem het me niet al te kwalijk, maar ik dacht op het laatst dat uw besluiteloosheid voortkwam uit een wantrouwen jegens mijn talent.
Bovendien zat ik in een lastige situatie. Ik had op een dag in een chagrijnig humeur tegen Michel opgeschept dat ik op u kon rekenen.

     Enfin, die wissels zelf (vooral die van 200 frank) kwamen als de Messias. Want na uw vertrek had mijn pech er voor gezorgd dat men bij Le Moniteur het besluit had genomen om vóór alles de jaarrekening van dit jaar te vereffenen, en de Arthur Gordon Pym zal pas betaald worden na 15 januari.
Het eerste nummer zal onherroepelijk de achtste uitkomen.
U kunt wel raden in wat voor angstige toestand ik was, - en u ziet dat ik enkele redenen heb om tevreden te zijn.

Ik ben gerust dat u pas in februari wilt beginnen en dat we met de poëzie gaan beginnen.
Dan heb ik de hele maand januari om de drie of vier onuitgegeven stukken te versnipperen van het prozadeel om er geld voor te krijgen, en dan kunnen we samen tegelijkertijd beschikken over de ordening van het materiaal van Les Fleurs du Mal, - lees het goed, samen, want het gaat om iets belangrijks. We moeten een boek gaan samenstellen met alleen maar goede dingen: weinig materiaal, dat wel veel lijkt, en wat heel goed zichtbaar is.
Uw woord populariteit deed me erg lachen.
Weinig populair, ik weet het, maar wel mooi een algemeen dodelijke kritiek die nieuwsgierigheid zal opwekken.
En we zullen ook wel een aantal artikelen krijgen in buitenlandse tijdschriften.

Ik weet niet of u de twee boeken in dezelfde overeenkomst zet, maar of u er nu één of twee aparte maakt, als u de titel van het prozaboek niet blanco wilt laten, zet er dan maar Miroir de l’art, Cabinet esthéthique neer,of wat er in u opkomt.
We kunnen dat altijd nog aanpassen, naar uw wens,wanneer u de titel bij het ministerie gaat voorleggen.

     De soort overeenkomst die ik u gevraagd heb en dat u voor me maakt, heeft de excellente eigenschap dat het moeilijk te veronderstellen is dat u er iets op verliest, en, als het boek wordt herdrukt, dat de toekomstige opbrengsten voor de auteur gewaarborgd zijn.

Dus: twee delen, duizend exemplaren, en voor eeuwig vijf stuivers.

     Zet ook het geval neer waarin Malassis een jaar niet meer herdrukt (?) en dat Baudelaire dan vrij is.
Stuur mij met uw wissels ook uw getekende overeenkomst of overeenkomsten mee, ik zal u evenzo de tweevouden terugsturen.

Voeg in uw brief ook een advies toe voor de discontering van de eerste (200).

     Ik weet niet welk aandeel uw zwager in uw besluit heeft, noch of hij er wel een aandeel in heeft.
In ieder geval, doet u de groeten aan hem, mocht u hem dusdanig gevoelig inschatten voor de satanische etiquettegebruiken.
Een ander avontuur, mijn nieuwe vaste huis is pas klaar op 15 januari.
Dus dan kunt mij hier treffen, en ik blijf tot 15 januari vastgenageld in het hotel van die miserabele man die door de heren Havin en Léon Plée beschouwd wordt als een groot poëet.

Leg voor mij opzij alles wat u kunt vissen over en van Laclos.

     U ontvangt dit morgenochtend woensdag, ik zou het heel fijn vinden indien ik uw pakket donderdagochtend kon ontvangen.

     Als ik niet zo bang was dat u me zou uitmaken voor maniak of brutaal, dan zou ik u nog vertellen over wat bedragjes die ik u schuldig ben.
Maar u kunt altijd nog boos worden, als u naar Parijs komt.

Hoogachtend.

Charles Baudelaire.

Mocht u heer Asinarius zien, genees hem dan van zijn onbeschofte bijgelovigheden over mij.

  Inhoudsopgave     Volgende brief