Correspondentie Baudelaire, aan Fowler. Parijs, 27 november 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN FOWLER.
Parijs, 27 november 1857,

 

Geachte heer,

     Excuseert u mij voor het feit dat uw rekening niet gelijk heb kunnen voldoen.

     Deze maand heb ik twee keer een beslaglegging gehad: ik was ziek en als toppunt van ellende is er geld van me gestolen.

    Ik wilde u bevestigen dat de rekening, waarvan ik het bedrag niet weet, de volgende maand (december) zal worden voldaan.
Maar ik denk niet dat Le Moniteur betaalt voor de 10e.

    De vele vervelende problemen die mij overstelpen zijn zo hevig dat ik uw brief nu niet onder ogen heb.
Ik weet dus niet of mijn brief nu een goed antwoord geeft op de uwe.

Geheel de uwe.

Ch. Baudelaire.

Ik zal u morgenavond komen opzoeken.

  Inhoudsopgave     Volgende brief