Correspondentie Baudelaire, aan Charles Asselineau. Parijs, lente 1854.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN CHARLES ASSELINEAU
Parijs, lente 1854.

 

Beste vriend,

    Als gevolg van melancholie en schokken, was ik naar u gekomen om u uit eten te vragen.
Toen het 6 uur was geworden, bewees men mij de eer me te verzoeken te blijven wachten. En dat heb ik geaccepteerd, omdat ik er nog altijd op rekende dat ik u zou zien.

    Morgen bent u net als ik uitgenodigd door Philoxène. Ik heb net de wens naar dat diner te gaan.
Indien u er wel heen gaat, dan mag u een excuus voor mij verzinnen.
De grofste zal de beste zijn. Baudelaire is ziek.

Uw toegewijde,

C.B.

Ik heb geen enkele averij noch vernedering veroorzaakt bij Le Chat.

  Inhoudsopgave     Volgende brief