Correspondentie Baudelaire, aan Charles Asselineau. Eind 1855.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN CHARLES ASSELINEAU
Eind 1855.

 

    Ik ben zo vrij geweest uw sleutel mee te nemen. Ik denk zelfs, gezien mijn grote vermoeidheid, dat ik het bed geweld heb aangedaan.

    Ik heb uw conciërge gewaarschuwd dat er morgenochtend hier, op mijn naam, een pakket zal worden bezorgd.
Zou u uw toewijding zover kunnen verleggen dat u zelf, direct daarna, het pakket bij een goede lommerd zou kunnen afgeven en proberen er 50 frank voor te krijgen? In ieder geval, het maximum.

    U moet weten dat die aasgier van een huisbazin van me mij zo ongelukkig maakt dat ik gisteravond niet naar huis ben gegaan.
Er zijn verschillende redenen, zonder de besparing van tijd en bezorgingen mee te tellen, waarom ik het pakket niet thuis laat bezorgen.
Maar, behalve andere redenen, vind ik het niet nodig dat die aasgier mag raden tot hoever mijn toewijding voor haar gaat.

    Ik heb me ondergedompeld in de roman van Furetière.

    Mijn waarde, u mag alles houden, en, wanneer men aan het nageslacht denkt, hoeven die brieven niet gesigneerd te worden.

    Vergeet niet dat u, om deze boodschap te kunnen doen, een papier nodig heeft waarop uw identiteit staat.

    Ik heb op u gewacht tot bijna half acht.

  Inhoudsopgave     Volgende brief