Correspondentie Baudelaire, aan Armand Dutacq. Parijs, zaterdag 13 januari 1855.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN ARMAND DUTACQ
Parijs, zaterdag 13 januari 1855.

 

Beste Dutacq,

    Ik weet zeker dat er geen enkele onbeleefdheid schuilt in het feit dat ik u vraag om mij via mijnheer Albert de 25 frank te sturen waar ik u om vroeg de laatste keer dat wij elkaar zagen.
Mijnheer Albert zal voor mij tekenen.
– Als ik zelf naar u toe had kunnen komen, dan had ik dat gedaan.

    Mijn zenuwen zijn blijkbaar erg aangedaan door het getreuzel van Le Pays, en daarom zal ik, indien deze heren het werk binnen een week niet hebben hervat, het in zijn geheel aan u leveren, de ene helft gedrukt, de andere helft in manuscript.
Ik ga beginnen met het voorwoord.
Maar wat ik u nu hier zeg is alleen voor u bestemd, want als u het verder zou vertellen, zouden ze in staat zijn om me op mijn woorden te pakken.
Ik wacht nu al heel braaf zeven maanden, en ik ga door voor iemand met een slecht karakter.

Uw toegewijde,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief