Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Parijs, maandagavond 4 juli 1859.

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

  
Armand Guillaumin. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Vertalingen Vivienne Stringa

Armand Guillaumin, 1841-1927. Le Val-André.

Zoom

Parijs, maandagavond 4 juli 1859.

 

    Ik weet eigenlijk niet welke stijl ik moet nemen. Ik, martelaar, ik heb het recht niet om te klagen.

    Ik ben zo verschrikkelijk ongelukkig dat als ik er nog mee instem om te blijven leven, dan is dat om een hele diepliggende reden die jij niet weet.

    Tot welke handel heb ik je veroordeeld?
Ton Becker is waarschijnlijk een dief, voormalig woekeraar, prentenhandelaar, oude schuldenopkoper, die heeft nooit een van jouw leveranciers kunnen zijn.

    Ik heb net 520 frank aan Marin betaald. Vanavond ga ik naar Alençon.
Ik werk maar zomaar een beetje op tafels in cafés.

    Ik kom pas terug naar Honfleur rond de 10e of de 15e, als ik het probleem van het toneelstuk heb opgelost. Maar wat kan jou dat nu schelen?
Wat kan jou dat nu schelen?

Charles.

Nou goed, ik omhels je toch maar.

  Gehele correspondentie          Volgende brief