Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Brussel, zaterdag 3 juni 1865.

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

  
Vincent van Gogh. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Vertalingen Vivienne Stringa

Vincent van Gogh. 1853–1890.

Zoom

Brussel, zaterdag 3 juni 1865.

 

Lieve goede moeder,

     Maar eigenlijk is het echt waanzin om mensen zó erg te mogen!
Ik schaam me nu zeer. Ik vertel je voortaan niet meer over mijn pijntjes.
Je weet toch dat ik al jaren lijdend ben aan reumatiek en zenuwpijnen. Het doet pijn, meer niet. Het zijn geen ziektes.
Voor die verstopping die na die diarree komt, daarvan is het nadeel dat je humeur daar bitter van wordt, maar daar is uiteraard een klein dieet voor dat ik moet gaan volgen, maar dat doe ik pas als ik weer rustig ben.

     Ja, ik ga binnenkort weg.
Maar zou je geloven dat ik me nu geïntimideerd voel,  geïntimideerd om wat dan? Van de angst om niet te slagen!
Dat is nu precies de verklaring van die besluiteloosheid waardoor ik altijd zo wreed ben gekweld.
Maar toch is het vanzelfsprekend dat je, om een zaak te kunnen laten slagen, je daar eerst mee moet beginnen.

     Ik herinner me dat het me in Parijs vaak overkwam dat ik een week lang niet naar huis durfde uit angst weer slecht nieuws aan te treffen.
Ik schaam me ervoor, maar het is onoverwinnelijk.

     Ik geloof dat ik gewoon maar wat roggebrood moet eten bij elke maaltijd.
Dat is een gematigde verfrissing die beter is dan laxeermiddelen. Maar dat aan het hotel vragen, dat is jezelf voor gek verklaren.
In het begin dachten ze al dat ik gek was, omdat ik om een grote tafel vroeg om te schrijven en een grote kamer om te kunnen lopen.

Tot binnenkort, en veel liefs, woest en spijtig dat ik je ongerust heb gemaakt.

Charles.

Nu gaat het goed met me.

  Gehele correspondentie          Volgende brief