Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Brussel, 17 juni 1864.

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

  
Vincent van Gogh. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Vertalingen Vivienne Stringa

Vincent van Gogh. 1853–1890.

Zoom

Brussel, vrijdag 17 juni 1864.

 

Lieve moeder,

    Het is 6 uur, het was verkeerd van me om je vanochtend niet te schrijven. Ik heb een belangrijk besluit genomen. Ik zie niemand meer. Die Fransman, een vriend van me met wie ik wat afleiding had naast die gemene Belgen, is vertrokken.
Ik ben alleen nu. Ik sta vroeg op ’s ochtends, en ik werk.

    Donderdag weet ik hoe mijn lot eruit ziet.

    Dan nu het verslag van die fameuze avond: vijftien personen waren door mij uitgenodigd, daarvan zijn er maar vijf gekomen; wel de besten, maar die hebben geen invloed. En er waren er maar twee, de minister en de directeur van L’Indépendance belge, die zich per brief verontschuldigd hebben.
Vijftien mensen, door de heer des huizes uitgenodigd, en er kwamen er maar vijf. Beeld je even in, drie enorme salons, verlicht met kroonluchters, lampenstandaards, gedecoreerd met fantastische schilderijen, een absurde overdaad aan wijn en taartjes, dat alles voor tien of twaalf zeer trieste personen?

    Een journalist die zich naar me toe boog zei tegen me: “er zit in uw werk iets CHRISTELIJKS dat niet goed genoeg is opgemerkt.” Aan de andere kant van de salon op de bank met de wisselagenten, hoor ik wat geroezemoes.
Die heren zeiden: “Hij zegt dat wij GESCHIFT ACHTERLIJK zijn!

    Dat is nu de Belgische intelligentie en het Belgische fatsoen.

    Toen ik zag dat ik iedereen verveelde, stopte ik met mijn voordracht en ben gaan eten en drinken, en mijn vijf vrienden schaamden zich en waren van hun stuk gebracht, ik lachte als enige.

    Je was erg intelligent, zoals ik je al zei: 100 frank voor mijn hotel, 50 voor een schoenmaker die me lastig viel (hier is het niet mogelijk om in het krijt te staan) – en dan 50 frank opzij zetten voor de kleine dagelijkse uitgaven.

    Mijn zenuwtoestand is onverdraaglijk, maar ik denk aan die verschrikkelijke toekomst, en ik wil God en mijn geluk aan mijn kant hebben staan.

Veel liefs.

Charles.

Het is waar dat een van de aandeelhouders van huize Lacroix naar een van mijn voordrachten is gekomen, en hij heeft een afspraak voor me geregeld met Verboeckhoven, en dat was gisteren, donderdag.
Maar Lacroix heeft de beslissende stem, vrees ik.

Als mijn onderzoek naar Belgie tot een goed resultaat leidt, dan zul je hele grappige dingen zien, die nog nooit iemand heeft durven vertellen.

  Gehele correspondentie          Volgende brief