Charles Baudelaire aan Philippe Chennevières. Parijs, maart 1864.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN PHILIPPE DE CHENNEVIÈRES
Parijs, maart 1864.

 

Beste vriend,

     Vanwege het feit dat ik uw adres niet wist en ook door mijn wilskrachtafwijking waardoor ik de dingen altijd oneindig lang uitstel was ik verhinderd om u te bedanken voor uw charmante sprookjes.
Neemt u het me niet kwalijk, en weet dat ik nooit ongevoelig ben voor een mooi aandenken.

     Dan nu de tentoonstelling. Ik zou u heel gaarne twee vrienden van mij willen aanbevelen, waarvan er één uw welwillendheid reeds heeft mogen ontvangen: mijnheer Manet en mijnheer Fantin.
Mijnheer Manet stuurt Épisode d’une course de taureaux, en Un Christ ressuscitant, assisté par les anges.

     Mijnheer Fantin stuurt Un hommage à feu Eugène Delacroix en Tannhäuser au Vénusberg.
U zult zien wat een geweldig talent er uit die schilderijen tevoorschijn komt, en, in welke categorie ze ook geplaatst zullen worden, doe wat u kunt om een goede plek voor ze te vinden.

Uw zeer dankbare vriend.

  Inhoudsopgave     Volgende brief