Charles Baudelaire aan Paul Chenavard. Parijs, 25 november 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN PAUL CHENAVARD
Parijs, 25 november 1863.

 

Geachte Chenavard,

    Ik dank u hartelijk voor uw briefje. U vermoedde al dat ik u beschouw als iemand door wie ik graag gelezen word.
Ik vond uw brief des te aangenamer omdat de artikelen in kwestie veel gescheld hebben opgeleverd, maar de scheldende personen horen, echt waar, tot de klasse die niet graag de éloge de l’élégance hoort.

    Uw brief heeft wellicht een vermoeiend resultaat voor u.
Ik word er namelijk door aangemoedigd om u veel pakketjes te gaan sturen.

    Ik weet niet of u met het woord niche een woordgrap heeft bedoeld: nis, hondehok of poets.
Hoe dan ook, deze niche was heel onschuldig, en overigens, u mag best weten dat ik al heel lang een veel grotere niche (een met standbeeld) voor u aan het voorbereiden ben.

Uw toegewijde

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief