Charles Baudelaire aan Malassis. Parijs, 14 juli 1860

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 14 juli 1860, 10 uur ’s  ochtends.

 

Beste vriend,

     Aanstaande maandag ga ik naar Didot-Gélis, en dan zal ik Duranty schrijven, ook al begrijp ik uw nieuwe plan niet.
Bovendien heb ik gemerkt dat u wenst dat ik aan alle disconto ’s  tegemoet kom, wat me erg moeilijk lijkt, omdat ik zoveel kleine dingen moet betalen voordat ik wegga (beslist de 21e ).

1120               (Malassis.)    Disconto, ongeveer       25
1500   }          (Baudelaire.)
1000   }                                             “          “        55
1640               (Duranty.)                “          “          40
5260                                                                      120

120 frank disconto, ongeveer.

     Die 4 wissels maken samen 5260, en wij hoeven maar 4220 frank te betalen:

            1600
            1500
            1120
            4220 frank.

     Let wel op dat ik u drie volumes moet leveren, waarvan de eerste u heel binnenkort geleverd zal worden, en dat ik volstrekt het recht heb me de disconto ’s  kwijt te schelden voor een heel nabije toekomst.

     Ik heb geprobeerd de reden voor deze verandering te vinden in een oude wissel van mij, die verdisconteerd was in Le Mans door een vriend van mij. Vertel me wat het exacte getal is en wat de vervaldatum is.
Denk aan het onheil wanneer dat bij mijn hotel zou aankomen, terwijl ik afwezig ben en u ook, omdat de hoteleigenaar geen geld van mij heeft, en de wissel bij de Broise terug zou komen.

     Ik wil uw complimenten best aannemen (die me trouwens geen troost bieden) over het aristocratische karakter van mijn werk, maar ik wil wel dat massa me betaalt; het is voor mij niet belangrijk of die het begrijpt.

     Bewijs me een grote dienst.
Mijn moeder is goed in fatsoenslessen lezen. Ik had haar de Lettres en Les Pensées van Joubert beloofd, en ik kan ze in Parijs nergens vinden, noch bij Ladrange, noch bij Didier.
U had mij verteld dat u ze had. In ieder geval, ook al ben ik niet zo precies, wil ik toch uw adres in Granville.
En voor u is het belangrijk dat u zich herinnert dat elke brief die naar madame Aupick of de rue d’Amsterdam wordt gestuurd, bij mij terechtkomt.

     Waarom in duivelsnaam stuurt u die 1500 frank van Christophe naar mij toe? Misschien bent u bang dat hij niet in Parijs is, maar als dat het geval is dan zou ik graag willen dat zijn conciërge ze pas de dag ervoor ontvangt.
Die conciërge is zo dom.

     Ik heb drie probeersels gemaakt voor het voorwoord. Daar kijken we samen wel naar.

     Mijn squelette baart me zorgen, en zelfs les fleurs. Ik wil dat het hele skelet duidelijk zichtbaar is.

     Schrijf me snel terug. U vergist zich als u denkt dat ik vrolijk ben. Ik ben woedend, maar ik hoop.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief