Charles Baudelaire aan Madame Aupick. Parijs, 27 oktober 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN MADAME AUPICK
Parijs, 27 oktober 1863.

 

Lieve moeder,

    Ik hoopte op een brief van jou vanochtend.
Is die reis zonder problemen en zonder ongelukken verlopen, en vooral hoe gaat het met je?

    Ja, de affaire Lévy is beslecht.
Vanochtend sta ik al mijn toekomstige rechten af voor een bedrag van 2000 frank die in een dag of tien betaald zullen worden.
Het is niet eens de helft van wat ik nodig heb.
Dan  moet België dus de rest betalen.
Ik ga naar België schrijven om een overeenkomst te krijgen (want ik wantrouw de Belgen), een overeenkomst waarin de prijs staat van elke lezing, hoeveel lezingen in totaal er zijn, en hoeveel lezingen per week.

    De Poe bracht (mij) een inkomen op van 500 frank per jaar.
Michel heeft de kwestie dus behandeld zoals de verkoop van een kruidenierszaak wordt afgehandeld.
Hij betaalt gewoon vier jaar van de opbrengst. Kussen. Schrijf me.

Charles.

  Inhoudsopgave     Volgende brief