Charles Baudelaire aan Judith Gautier. Parijs, 9 april 1864.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN JUDITH GAUTIER
Parijs, 9 april 1864.

 

Geachte mejuffrouw,

     Onlangs vond ik uw artikel bij een vriend van me, in Le Moniteur van 29 maart, waarvan uw vader mij even daarvoor de proefdrukken had gegeven. Hij heeft u ongetwijfeld verteld hoe verbaasd ik was toen ik het las.
Ik heb u niet direct teruggeschreven om u te bedanken omdat ik daar simpelweg te verlegen voor ben.
Een man die van nature niet zo verlegen is kan zich slecht op zijn gemak voelen als hij voor een mooi meisje staat, ook al kent hij haar al vanaf dat zij heel klein was, vooral wanneer hij van haar een dienst bewezen krijgt, en hij kan bang zijn om ofwel te respectvol en te kil te zijn, ofwel haar met te veel warmte te bedanken.

     Mijn eerste indruk was zoals ik al zei verbazing.
Een indruk die altijd aangenaam is overigens.
Daarna, toen ik niet meer mocht twijfelen, kreeg ik een gevoel dat moeilijk is uit te drukken, voor de helft bestaande uit het plezier dat ik zo goed begrepen werd, en voor de andere helft uit vreugde dat een van mijn oudste en beste vrienden een dochter had die hem echt waard was.

     In uw zo correcte analyse van Eureka, heeft u gedaan wat ik op uw leeftijd misschien helemaal niet zou hebben gekund, en wat een heleboel volwassen mannen die zichzelf geletterd noemen, helemaal niet kunnen.
Enfin, u heeft me iets bewezen wat ik zelf moedwillig voor onmogelijk had gehouden, en dat is dat een meisje in boeken serieus amusement kan vinden, die heel anders zijn dan boeken die zo dom en zo ordinair zijn en die het leven van vrouwen vullen.

     Als ik nu nog niet vreesde dat ik u zou beledigen door kwaad te spreken over uw geslacht, dan zou ik u zeggen dat u mij gedwongen heeft om aan mezelf te twijfelen over de gemene denkbeelden die ik had gevormd voor mezelf over vrouwen in het algemeen.

     Neemt u geen aanstoot aan deze complimenten die zo bizar zijn en die vermengd zijn met oneerlijkheden, ik ben nu op een leeftijd gekomen waarop het moeilijk is om jezelf nog te verbeteren, zelfs voor de mooiste en de liefste persoon.

     Geachte juffrouw, weet dat ik het plezier dat u me heeft gegeven voor altijd in mijn herinnering zal houden.

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief