Charles Baudelaire aan Champfleury. Parijs, ongeveer 4 maart 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN CHAMPFLEURY
Parijs, ongeveer 4 maart 1863.

 

Beste vriend,

     Ik mag u graag, maar u bent koppig zeg!
Ik wist wel dat mijn brief aan anderen getoond zou worden.
U vindt het dus heel fijn om mijn waardigheid in opspraak te brengen in een wereld waarin u de uwe in opspraak heeft gebracht?
Ik zal alles doen om u te behagen, maar wat ik kan zal niet veel zijn.

     Toen ik u schreef, had ik al mijn voorzorgsmaatregelen getroffen.
U weet hoeveel ik van meisjes houdt en hoe ik filosoferende vrouwen haat.
Wat het lunchen betreft, ja, maar dan wel bij mij thuis zondag om twaalf uur.

  Inhoudsopgave     Volgende brief