Charles Baudelaire aan Camille Doucet. Parijs, juli 1862.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN CAMILLE DOUCET
Parijs, juli 1862.

 

Geachte heer,

    Ik verzoek u dringend, hoewel dit buiten uw functie staat, mijn goede vriend Jules Rozier te helpen om te ontdekken hoe het met zijn zaak zit bij het Ministerie.

    Het betreft een opdracht voor schilderijen, en tevens een voorschot in geldelijke vorm.
Tussen ons, geachte heer, begrijpt u een dergelijke barbarie van een regering die vijf maanden geleden (!) hoop geeft en sindsdien in alle tijden zwijgt?

    Ik verzoek u met klem, begeleid u de heer Rozier in dit Chinese doolhof,

    Bij voorbaat mijn hartelijke dank,

Hoogachtend,

Uw toegewijde,

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief