Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 22 april 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 22 april 1860.

 

Beste vriend,

    Ik heb uw brief niet begrepen, maar hier is uw wissel.
Ik wilde u al een paar dagen geleden vertellen over de apotheker.
U zegt dat hij meteen, in ruil voor zijn naam in drukletters in een noot over een wetenschappelijk item, tweehonderd exemplaren moet nemen.
Dit komt niet van u. Dat is van De Broise.
Ik moet toegeven, hier zie ik de grote intelligentie van de commercie.
Ik wacht op uw antwoord voor het redigeren van de farmaceutische noot met de directeur van Dorvault.
Vindt u het waardig van uzelf en van uw bedrijf om u zo te gedragen? Een apotheker waarmee ik al heel lang bevriend ben, zei tegen me:
“ Als u die noot van ons in kwestie bewaard heeft, dan verkopen wij een aantal exemplaren van uw boek.”
  Die noot die ik domweg ergens onder aan een pagina had gezet, heb ik uitgegumd, en als we er al een zetten, dan aan het eind, en die zal serieus zijn en de reclame zal ergens verborgen moeten zitten.
Ik zal uw naam en adres aan de opvolger van Dorvault geven, nadat ik de noot vermeld heb, en u mag hem pas drukken (in ieder geval met zijn naam) nadat u het met hem eens bent geworden over de korting, en ik eis dat u, voor uw eigen eer en uit naam van de goede manieren, hem de gelegenheid geeft zelf van tijd tot tijd exemplaren te mogen meenemen.

    Even over de proefdrukken. Ik krijg er nog vaak zonder de primaire correctie.
Als mijn hoofd niet al te moe is, dan heb ik er geen moeite mee. Dan denk ik dat de belangrijke dingen me niet kunnen ontgaan.
Maar gisteren bijvoorbeeld (ik heb het nu over het vel dat u vanochtend ontvangen heeft), toen las ik mijn proefdruk twee keer, voordat ik ‘m op de post deed, en toen vond ik me er toch zulke erge fouten in die ik helemaal niet gezien had die ochtend.
Wat gebeurt er in Alençon, bij de ontvangst van mijn proefdruk?
Voert uw werknemer eerst mijn correcties uit , en doet u uw werk wel op een geheel schoongemaakte proefdruk, met de proefdruk die door mij gecorrigeerd is, naast u?
Of is het soms zo dat u uw uiteindelijke correcties met de mijne door elkaar legt op de proefdruk die door mij al helemaal zwart gemaakt was, en geeft u dan alles maar aan de werknemer, zonder u er nog om te bekommeren voor het drukken?
U zult me wel vermoeiend vinden, is het niet?
En toch is het aan deze nauwkeurige methodische geest te danken dat er resultaat bereikt kan worden zonder dat het al te verfoeilijk is.

    We hoeven alle twee alleen maar heel precies te zijn om het snel te laten gaan ( ik heb het nu over de volgende delen).
Het is nutteloos en zelfs heel riskant om op tijd te besparen ten koste van de verzorging.

    Ik vind het uiteindelijk erg spijtig dat ik me niet gericht heb tot Penguilly, voor de Fleurs.

    En dan nu een iets ernstiger verhaal dan dat van de apotheker: u weet dat men in Engeland altijd zeer veel bezig is geweest met opium, en recentelijk met haschisch.
Bovendien is meer dan de helft van mijn boek gewijd een Engels auteur.
Er moet een uitgebreide lijst gemaakt worden van kranten en tijdschriften uit Londen en Edinburgh die artikelen hebben over de Franse boekhandel.
- Wat zeker is, is dat ik eis dat er geen enkel middel onbenut gelaten moet worden voor de verkoop van mijn vier delen; advertenties, reclame (die Princebourde kan die niet eens goed redigeren, en De Broise, die richt zich niet tot de directeuren, maar wil ze via bedienden aan hen geven), affiches, etc.
En Princebourde moet maar op elk moment van verschijnen zelf, met de blaadjes in de hand, een gratis fragment aanbieden aan drie of vier kranten.

    Hoogachtend, neemt u mij mijn idee van orde niet kwalijk.

C.B.

Ik stuur u vandaag nog geen Ferrari toe, want ik heb niet genoeg geld voor de frankering.

Ik frankeer deze brief niet, dat doe ik expres, vanwege de wissel.

  Inhoudsopgave     Volgende brief