Charles Baudelaire aan Alphonse Lécrivain. Parijs, dinsdag 8 december 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN ALPHONSE LÉCRIVAIN
Parijs, dinsdag 8 december 1863.

 

Geachte heer,

     Alles is nog niet helemaal over, en ik wil middels dit schrijven aan u, een nutteloze actie voorkomen.

     Gisteren is men bij mij beslag komen leggen.
Men verzekerde mij dat wat u aangaat, u niets te vrezen heeft tot aan zaterdag. “Men”, dat is Dorlin zelf.

     Ik houd me alleen maar met deze zaak bezig.
Ik zal vrijdag naar u toekomen, of indien ik niet kan zal ik u een berichtje sturen.
Nu de zaak op zijn einde loopt, maak ik me zorgen om het idee de kosten te verminderen, als dat kan, om het deel van Malassis zoveel mogelijk te sparen.
Ik heb zojuist een nieuw stuk naar Michel gestuurd dat ik terugkreeg van de kopieerder.

Uw toegewijde.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief