Charles Baudelaire aan Abel François Villemain. Parijs, 11 december 1861.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN ABEL VILLEMAIN
Secretaris voor het leven van de Académie française
Parijs, 11 december 1861.

 

Geachte heer,

    Ik heb de eer u te verwittigen van het feit dat ik mezelf wens in te schrijven als meedingende kandidaat voor een van de zetels die momenteel beschikbaar zijn bij de Académie française, en ik zou u willen verzoeken uw collega ’s  van mijn intenties in dezen op de hoogte te brengen.

    Het is mogelijk dat ik in het geval van te welwillende ogen, ik enkele titels zou kunnen tonen: staat u mij toe u te wijzen op een poëzieboek dat meer geruchten veroorzaakt heeft dan hij wilde.
Een vertaling die een groot onbekend dichter bekend heeft gemaakt in Frankrijk, een étude, streng en nauwkeurig, over de geneugten en de gevaren die in Stimulerende middelen zitten.
En tenslotte een groot aantal artikelen en brochures belangrijke vooraanstaande kunstenaars en schrijvers van mijn eigen tijd.

    Maar mijns inziens geachte heer, is dat een opsomming van titels die niet toereikend is, met name wanneer ik ze vergelijk met al die werken, veel talrijker en veel aparter, waarvan ik gedroomd heb.
Weet dus, geachte heer, en ik verzoek u dit ook mede te delen, dat mijn bescheidenheid niet geveinsd is.
Het is een bevolen nederigheid, niet alleen door de omstandigheid, maar ook door mijn bewustzijn dat net zo streng is als die van alle grote ambitieuze mensen.

    Om de waarheid helemaal te vertellen, mijn grootste overweging waardoor ik gedwongen word reeds nu al om uw stem te vragen is dat ik, indien ik pas zou besluiten om daarnaar te dingen als ik me daartoe waardig zou achten, ik dan nooit om uw stem zou vragen.
Ik zei tegen mezelf dat ik ook eigenlijk maar meteen daarmee moest beginnen.
Als mijn naam bij enkelen onder u al bekend is zal mijn stoutmoedigheid misschien wel in goede zin worden opgenomen, en enkele wonderlijk gekregen stemmen zal ik dan als een gulle aanmoediging kunnen beschouwen en een bevel om het beter te gaan doen.

    Met de meeste respect en hoogachting, tevens voor uw collega ’s ,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief