Baudelaire, correspondentie, aan Wallon, Champfleury, Malassis. Neuilly 1850

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN JEAN WALLON
Neuilly, vrijdag 2 augustus 1850.

 

    Die brochure moet zorgvuldig bewaard worden, en mag niet kwijt raken. Het is de enige drukproef die over is van mijnheer Jos.
Bouzeran die ik u heb gestuurd.
Ik ga misschien een artikel maken over hem, als ik zijn boek heb gelezen, dat hij me over drie dagen moet opsturen, en wat ik U dan op zal sturen.
Ik heb geen stuiver om het pakje te frankeren.
Ik kom binnenkort bij u langs.

Ch. Baudelaire.

 

AAN JEAN WALLON
Neuilly, woensdag 18 september 1850.

 

Beste vriend,

     Ik geloof dat ik morgenavond bij u zou komen eten.
Ik heb me vergist. Door een ernstig ongeluk dat ik u nog zal vertellen moet ik onze zaak verzetten naar vrijdag 20 september  om 6 uur.
Als het u niet uitkomt, dan is het jammer voor mij, dan kom ik wel voor een gesloten deur, en dan leg ik het pakje bij wel de conciërge.

C.B.

AAN CHAMPFLEURY
Neuilly, woensdagavond 6 oktober 1850.

 

     Zou u overmorgen ’s ochtends naar mij toe kunnen komen en met mij willen gaan lunchen in Neuilly, avenue de la République 95. Dan zal ik uw ballade hardop woord voor woord vertalen.
Ik zou een artikel moeten schrijven om u het komisch genre uit een werkgroep te laten begrijpen. Dat gaat beter in een gesprek. Tot vrijdagochtend dus, 8 oktober.
U weet dat de omnibus van de Boulevard hier tegenover stopt. – U kunt uzelf beneden aankondigen.

Charles Baudelaire.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Neuilly, woensdag 13 november 1850.

 

     Welnu, kan ik werkelijk op u rekenen? En dat manuscript dat u mij zou voorlezen?
U krijgt deze brief vanavond, ik verwacht u morgenochtend.

Neem vooral niemand mee.

Uw zeer toegewijde

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave    Volgende brief