Baudelaire, correspondentie, aan Mme Aupick. Parijs, 3. woensdag juli 1839.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, 3. woensdag juli 1839.

18 jaar oud

Goede moeder,

    Ik schaam me zeer, maar ik wil zo graag mijn stilzwijgen goed maken dat je me zult vergeven: ik heb dan ook besloten om jullie twee maal per week te schrijven, dinsdag en zaterdag.
De brieven die ik naar het hotel breng worden niet meteen verzonden. Ze wachten een tijdje om ze bij een pakket te doen. Maar goed, jullie krijgen dan twee brieven per week.
Mama, luister, mopper niet te erg op me als ik niet genoeg affectie toon, want daar beschuldig ik mezelf al van, en ik schaam me daar vaak voor.
En die schaamte zelf maakt dat ik langer wacht met dat te tonen. Maar wees gerust, de mate waarin ik groei in verstand groei ik ook in passie.
Ik zal veel meer van je kunnen houden. Ik geef mezelf van binnen er vaak de schuld van dat ik je niet alles geef wat ik je schuldig ben.
Maar doordat ik mezelf daarin zo vaak oefen zal het me lukken om jouw affectie waardig te zijn. Ik zal erin slagen om je tevreden te stellen.

    Ik dacht eerst dat ik naar het examen zou kunnen, maar het is ook mogelijk van niet, omdat ik de laatste keer geen proefwerk heb gemaakt.
Ik voelde een beetje verdriet  toen ik aan jou dacht, maar echt ik zou een vreselijk proefwerk gemaakt hebben.

    Ik verwacht een brief. Die zal als alle anderen zijn, heel lief, vol met milde waarschuwingen waar ik tot nu toe niet genoeg naar geluisterd heb, maar waarvan ik beter zal gaan profiteren.

Vertel me vooral over de gezondheid van papa en over uw bezigheden.

Charles.

  Inhoudsopgave     Volgende brief