Baudelaire, correspondentie, aan de voorzitter van la société des gens de lettres. Parijs, maandag 23 februari 1852.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN DE VOORZITTER VAN LA SOCIÉTÉ DES GENS DE LETTRES
Parijs, maandag 23 februari 1852.

 

Geachte mijnheer de Voorzitter,

    Hierbij heb ik de eer om het Comité het verzoek te doen voor een voorschot van 60 frank.
Ik vind het moeilijk om te moeten zeggen dat dit bedrag echt is. Ik geloof niet dat mijn situatie slecht is.
Ik ben 42 frank schuldig maar die worden kwijtgescholden door de novelle die ik u stuur in vol vertrouwen.
En voor wat betreft de 60 frank die ik u verzoek mij toe te kennen, deze zullen in de maanden die komen worden terugbetaald door de waarschijnlijke productie van feuilletons die zullen verschijnen in Le Pays, - of in een geheel andere vorm.

Geachte mijnheer de Voorzitter, met de meeste hoogachting,

Uw toegewijde confrère,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief