Baudelaire an Auguste Poulet-Malassis. 7 augustus 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
7 augustus 1859.

 

Parijs, hotel de Dieppe, rue d’Amsterdam.

    Ik houd de drukproef maar een dag. De twee epigrafen! Het is nu belangrijk om een brief voor mij van Victor Hugo te vinden op het kantoor bij L'Artiste die de schurken niet naar Honfleur hebben gestuurd.

    Uw brief is onterecht en oneerlijk.
Ik denk onophoudelijk aan u en van uw 300 frank kan ik niet slapen. Uw 400 frank komen op tijd aan.
Ik schrijf u een langere brief zodra ik echte zekerheid heb.

    Delacroix is niet in Parijs. Hij had op een zondag met me afgesproken.
Ik kon er toen niet heen en op maandag is hij weer weggegaan. U zult uw tekening krijgen, een hele mooie.

    Terwijl ik mezelf feliciteerde mijn vier boeken die ik u wil geven langzaam te zien groeien, vernam ik uw nieuwe ongeluk. Wanneer en hoe gaat dat eindigen? Geheel de uwe.

Schrijf me snel terug.

C.B.

Ruzie met Michel Lévy over Eureka, die ik in zijn geheel vertaal en die u wilde geven.

Alstublieft maak van Gautier iets nets.

  Inhoudsopgave     Volgende brief