Baudelaire aan Polydore Millaud. Parijs, 10 januari 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AFSLUITING VAN EEN REKENING
Parijs, 9 januari 1859.

 

    Gezien en goedgekeurd in zake de hierbij aanwezige rekening waarvan het restant ten gunste van mijnheer Ancelle bedraagt vierhonderd achtenveertig frank en zesennegentig cent.

Ch. Baudelaire.

AAN POLYDORE MILLAUD
Parijs, maandag 10 januari 1859.

 

Geachte heer,

    Ik schrijf u om uw alom bekende voorkomendheid te vragen om een vrij simpele gunst waarvan ik nog nooit gebruik heb gemaakt. Reeds twee bankiers hebben me geweigerd een uitstekende wissel van een boekhandel uit te betalen, onder het (zeer slechte) voorwendsel dat die pas na negen maanden uitbetaald mag worden.
Wat goed is voor drie maanden is uiteraard ook goed voor negen maanden.
Ik heb dat geld nodig om de winter door te komen in afgezonderdheid waar men op mij wacht, en ik verlies mijn tijd in Parijs.

    Ik hoop dat u zich mijn naam graag wilt herinneren en mijn voormalige medewerking bij Le Pays.

    Nu ik toch zo moedig bezig ben, zou ik u ook graag willen vragen om een plaats voor me vrij te maken bij de romanciers van La Presse.
Als ik kan vertrekken, dan ben ik over twee maanden vrij om mijn tijd te besteden, en kan ik voor u novellen produceren van een heel nieuw genre.

Met de meeste hoogachting,

Charles Baudelaire

(auteur van Les Fleurs du mal, Histoires extraordinaires, etc…).

  Inhoudsopgave     Volgende brief