Baudelaire aan Nadar. Parijs, 28 februari 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN NADAR
Parijs, 28 februari 1860.

 

    Een van onze vrienden heeft me laten weten op een verwijtende toon dat ik niet gezien was op de begrafenis van je moeder.
Je kunt wel raden waarom, ik heb geen enkel bericht gehad.
Toen ik de overlijdensadvertentie las van madame Tournachon, was dat niet in een collectieve kennisgeving, maar in de necrologietabel van Le Siècle, en ik geloof dat er toen al twee dagen voorbij waren.

    Sinds een paar jaar is mijn geest zo aangedaan door ideeën van eenzaamheid en verlatenheid, dat ik wel een bruut zou zijn als ik niet gevoelig was voor het ongeluk van een van mijn oudste vrienden.

    Maar je bent heel druk, en je hebt een kind.

Je toegewijde,

Ch. Baudelaire.

Hôtel de Dieppe

Rue d’Amsterdam.

  Inhoudsopgave     Volgende brief