Baudelaire aan Malassis. Parijs, half mei 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, half mei 1860.

 

    P.S. Ik vergat dat van De Rode uit te leggen. Dat heb ik goed gedaan.
En het bewijs is wel, dat het onmogelijk was tot op heden om het hele manuscript te vinden.

    Waarde vriend, de wissel moet overgedaan worden vanwege het woord elf.
Trouwens die ’s  aan het eind van de honderd frank doet vermoeden dat u er een andere bedoeling mee had dan die van elf.
Misschien hoeft er alleen maar een noot bij. Ik zeg elf honderd tien.

    Ik krijg maar één exemplaar op vergé papier.
Dat neemt niet weg dat ik dan wel moet denken aan Gaïffe, aan Du Camp,  aan J. Janin  die dat prachtig kan, vooral voor Saint-Voctor die een dag uitkiest waarop de theaters hem de ruimte geven.

Uw toegewijde,

C.B.

En Grandguillot! Graag een woordje hierover.

  Inhoudsopgave     Volgende brief