Baudelaire aan Jeanne Duval. Honfleur, 17 december 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN JEANNE DUVAL
Honfleur, 17 december 1859.

 

Lieve meid,

    Je moet het me niet kwalijk nemen dat ik zo abrupt Parijs heb verlaten zonder dat ik je nog even ben komen opzoeken om je een beetje te vermaken.
Je weet hoe uitgeput ik ben door ongerustheid.
Bovendien, het feit dat mijn moeder wist dat er van die termijn van die 5000 frank er 2000 in Honfleur betaald moesten worden, vond ik erg naar. Trouwens ze verveelt zich. Alles is gelukkig geregeld nu.
Maar bedenk je eens dat er op de laatste dag 1600 frank ontbrak.
De Calonne heeft zich heel gul opgesteld en heeft ons uit de brand geholpen.
Ik zweer je dat ik over een paar dagen weer terugkom, ik moet het nog eens worden met Malassis, en ik heb trouwens al mijn dozen in het hotel staan.
Voortaan wil ik niet meer zo lang in Parijs verblijven, dat kost me zoveel geld. Het is beter voor mij om vaker te komen en dan maar een paar dagen te blijven.
In afwachting daarvan, omdat ik een week afwezig kan blijven en ik niet wil dat je ook maar één dag zonder geld zit, vraag het aan mijnheer Ancelle.
Ik weet dat ik een beetje voorloop op het volgende jaar, maar je weet dat hij ondanks zijn twijfels best gul is.
Dat kleine bedrag is genoeg om op me te wachten, en de dagen rondom Nieuwjaar brengen me geld op.
Doe deze wissel dus in een nieuwe enveloppe, en omdat je niet met links durft te schrijven, laat het adres dan maar door je huisbediende erop zetten. Vergeet er niet op te zetten avenue de la Révolte, tegenover de chapelle du duc d’Orléans.
Je weet dat hij heel vaak heen en weer reist.
Dus het is niet nodig om het naar hem te sturen, als het niet heel vroeg is. Je zult dit zondag ontvangen, maar het is verstandiger om het pas maandag naar hem te zenden, vanwege de mis, en omdat hij ’s zondag altijd met zijn familie uitgaat.
Ik weet dat Malassis woensdag in Parijs is.
Dus ik heb haast. Ik heb mijn woning veranderd aangetroffen.
Mijn moeder kan geen minuut rustig blijven en heeft mijn huis veranderd en mooier (dat denkt zij althans) gemaakt.
Ik kom dus terug, en als ik met wat geld behept ben, zal ik proberen je wat af te leiden.
Omdat ik geen papier meer heb, zet ik hier gelijk een boodschap voor Ancelle op. Ik heb de expositieboekjes doorgebladerd maar ik heb het adres van ZIJN SCHILDER nog niet gevonden.
Als je het niet leuk vindt dat hij dit alles ook kan lezen, scheur het er dan af en houd alleen het Reçu.
Voor mij maakt het niets uit.
– Met die gladheid moet je niet zonder begeleiding naar buiten gaan. Raak mijn verzen en mijn artikelen niet kwijt.

Ontvangen van mijnheer Ancelle de somma van veertig frank voor madame Duval.

Ch. Baudelaire.

17  December 1859.

  Inhoudsopgave     Volgende brief