Baudelaire aan de voorzitter van La Société des Gens de Lettres. Parijs, maandag 30 augustus 1852.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN DE VOORZITTER VAN
LA SOCIÉTÉ DES GENS DE LETTRES
Parijs, maandag 30 augustus 1852.

 

Geachte mijnheer de Voorzitter,

    Door een zeer dringende en heftige affaire ben ik gedwongen een verzoek voor 60 frank te richten aan het Comité.
Mijnheer Godefroy zal u kunnen vertellen dat ik heel weinig schuld heb, 80 frank en nog iets.
Enige dagen geleden heb ik bij mijnheer Godefroy een novelle ingeleverd van voldoende pagina’s, en ik ben er stellig van overtuigd dat deze alle vereiste eigenschappen in zich heeft om frequente reproducties te verkrijgen.
Ik weet niet of deze persoonlijke overtuiging uw beslissing enigszins kan beïnvloeden, maar dat zou ik wel graag willen, want ik word door een heel wrede geldbehoefte gedwongen tot deze geheel logische en tegelijkertijd ook heel verwerpelijke handeling, om geld aan je collega’s te moeten vragen.

Met de meeste hoogachting en collegiale groet,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief