Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 1 november 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 1 november 1859.

 

    Maar hoe kan deze kwestie van de paginering verklaard worden? Hoe is het eerste vel gepagineerd?

    Ander ding: elke keer dat ik fout was bij u, ofwel niet op tijd, ofwel niet nauwkeurig, in geldzaken of literatuur, heeft u me behandeld op weet ik welke manier, en omdat ik niet net zo groot ben als de man uit Cyrano, had u geen hele dag nodig om me neer te slaan, maar een minuut.

    En u, vindt u het verstandig om een week de tijd te nemen om een velletje te zetten dat al heel lang geleden gemaakt is?

    Ik ben erg geïnteresseerd om het, om verschillende redenen, zo snel mogelijk te publiceren.

    Het einde van dit jaar, het einde van deze maand misschien, zal ik de mogelijkheid hebben om u vier delen te geven: Fleurs, Curiosités, Excitants, Notices littéraires, zonder een brochure mee te rekenen (Corbeau en Genèse d’un poème).
Maar als u op dit ritme gaat, dan heeft u wel vier jaar nodig om vier delen van mij te publiceren, in plaats van dat met een goede tekst vier maanden voldoende moet zijn (een vel per drie dagen als we uitgaan van tien vellen per deel).

    Eureka is nog een kwestie tussen Michel en mij.
Als ik wist dat een ruzie over dit onderwerp kon helpen om hem mij de drie eerste delen terug te geven, dan zou ik ruzie maken.

    Een antwoord terug, alstublieft.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief