Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Honfleur, 13 juni 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Honfleur, 13 juni 1859.

 

     U doet er verkeerd aan om me nooit eens te schrijven; want hier hoor ik geen menselijk woord spreken, - En het Oostenrijkse boek?

     U moet me zeggen wat u vindt van mijn Salon. En mijn Gautier? – Binnen niet al te lange tijd zal ik u uw Opium et haschisch kunnen leveren, en niet lang daarna Les Curiosités, helemaal af, die gevolgd zullen worden door nieuwe Fleurs.

     En ik heb nog een novelle geschreven die gebaseerd is op de hypothese: ontdekking van een samenzwering door een werkloze, die het volgt tot aan de dag voor de explosie, en die dan kop of munt speelt om te weten of hij het wel of niet aangeeft bij de politie.

     Mijn toneelstuk gaat goed, en daardoor moet ik zelfs naar Parijs gaan.

     Ik denk de hele tijd aan uw 3000 frank. Ik denk dat ik mag hopen dat ik (en ik zal het u uitleggen als ik u weer zie) u die in september kan geven!

     Kan ik zonder angst en vrees naar Parijs gaan? Zonder ongerustheid? Ik doel op de wissel van 430 (430?), voor de 19e, en op de belofte op verlenging die u me in Parijs gedaan heeft.
Als ik gezegeld papier had, dan zou ik het u opsturen, maar ik neem aan dat u liever een handtekening van een van onze gezamenlijke vrienden heeft.
Het meest redelijke zou zijn als u gewoon een wissel maakt voor me met een bedrag dat u zelf bepaalt, en dat u het bedrag aan mijn moeder stuurt, maar dit keer wel het juiste bedrag. Dit kleine detail is belangrijk.

     Ik heb zelf pas geld aan het eind van de maand, alleen voor de wissel van 160. Het is toch 160, en het is toch EIND JUNI? Ik beroep me graag op u.
U zou u maar brouilleren met de Broise, als u een bezwaar had, en, als ik er een hier zou hebben, zou mijn moeder me de deur uitzetten.
En ik wil tot aan het eind van het jaar gebruik maken van de goede ruimte die ik hier heb om te werken.

     Duizend groeten bij u thuis. Ik verlaat Honfleur niet zonder een antwoord van u.

     Wat zou het een mooie tijd zijn als er niet meer heen en weer gereisd zal hoeven te worden!

     Wilt u wel geloven dat ik ongerust ben, ondanks uw belofte, want mijn onmacht om te betalen zou dan volledig zijn.

Geheel de uwe. Lang antwoord.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief