Baudelaire aan Alphonse de Calonne. Parijs, 3 december 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN ALPHONSE DE CALONNE
Parijs, 3 december 1860.

 

Beste de Calonne,

    Ik zal morgenavond pas helemaal verlost zijn van die musicus (dat was voor mij één grote teleurstelling), en dan kan ik eindelijk een hele reeks dagen aan u besteden.

    U zou me heel gelukkig maken als u ondanks de afwezigheid van het manuscript de eerste van de twee wissels zou kunnen betalen.
De tweede, die verlengen we gewoon.

    Het eerste stuk zal Les Peintres zijn.
Het tweede Le Dandyisme.
Het boek van Sainte-Beuve zal me de gelegenheid geven, zo lijkt mij, om Chateaubriand weer in een nieuw daglicht te zetten, de vader van het Dandyisme.
Als u dus, zoals het waarschijnlijk zal gaan, aan een van uw redacteuren vraagt om een verslag van Sainte-Beuve, dan mag dat niet verhinderen om de zaak als minderwaardig te zien.

Ik kom vanavond naar u toe.

Uw toegewijde,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief